Met welke uitkomsten ga je aan de slag?

Waarom zou je het werkgeluk in je organisatie meten? Wat levert het op en wat kun je ermee? In een serie korte artikelen beantwoorden we deze vragen met de inzichten die we de afgelopen vier jaar hebben opgedaan in de praktijk. Zie hier het vorige artikel.

Wat maakt echt het verschil in werkgeluk?

Na elke meting komt altijd de vraag: en waar moeten we nu mee beginnen?

In het eerste artikel lieten we zien hoe wij medewerkers indelen in groepen, elk met een eigen kleur (rood, geel en groen). De medewerkers Groen zijn zeer gelukkig en positief over de organisatie, de collega’s Rood het tegenovergestelde: niet gelukkig en negatief over de werkgever. De groep Geel zit er tussenin.

Daarna analyseren we op welke concrete items deze groepen hoog en laag scoren, waarbij we letten op het verschil tussen Rood en Groen (zie artikel 1).

Figuur 3.1

Figuur 3.1 toont de resultaten hiervan van een grote overheidsorganisatie.  Het grootste verschil tussen de medewerkers die gelukkig zijn en zij die ongelukkig zijn zit in ‘Ik voel me gewaardeerd’. Voel je je gewaardeerd, dan ben je erg gelukkig op je werk, maar voel je je niet gewaardeerd, dan ben je ongelukkig op je werk. Het komen tot meer waardering in de cultuur werd hiermee actiepunt nummer 1 voor deze organisatie.

Voor diezelfde klant hebben we Waardering vervolgens uitgediept, dus extra analyses gedaan op dataset van onze survey.

Figuur 3.2

Hieruit bleek dat er een sterke samenhang is van Waardering met plezier, sfeer, jezelf kunnen zijn en vertrouwen in het management. Figuur 3.2 toont de relaties. Het richten van interventies op ‘Cultuur van Waardering verbeteren’ werd hiermee een extra logische en ook breed begrepen keuze.

Kortom, meet werkgeluk en zoek gericht naar de onderliggende drivers daarvan. Je geeft daarmee energie aan de stap van Meten naar Doen.

Het vierde artikel behandelt hoe medewerkers naar hun werk kijken en welke praktische handvatten dit kan opleveren.