10 tips voor meer werkgeluk

Wil je meer werkgeluk in je bedrijf? Gea Peper, oprichter van het HappinessBureau, geeft je 10 do’s.

Bekijk het interview met Gea Peper.

In de tijd dat ik als HR-manager gedetacheerd was in Curaçao, deelden we voor de feestdagen kerstpakketten uit. Een medewerker zei: ‘Hé, de ham is dit jaar kleiner dan vorig jaar’. Dat was een wake-up call voor mij. Ineens dacht ik: het gaat niet om kerstpakketten of bonussen of andere extraatjes. Dat gaat werknemers niet gelukkiger maken. Maar wat dan wel?

Een eenmaal terug in Nederland ging ik op zoektocht: wat maakt mensen gelukkig? Ik sprak veel mensen, las allerlei boeken en richtte uiteindelijk het HappinessBureau op om me helemaal te focussen op werkgeluk. Waarom? It’s the right thing to do, daar ben ik van overtuigd. Wil je ook met werkgeluk aan de slag? Met deze do’s kun je direct beginnen.

  1. Iedereen is uniek

Ik ken een bedrijf waar je op je eerste werkdag thuis wordt opgehaald. De een zegt: gaaf! De ander heeft het juist liever niet. Want waar de een gelukkig van wordt, hoeft niet voor de ander te gelden. Vraag eens aan drie mensen in je omgeving wat hen gelukkig maakt op het werk. Grote kans dat je drie totaal verschillende antwoorden krijgt.
Bij Tempo Team wilden ze weten aan welke ‘knoppen’ je moet draaien om mensen gelukkiger te maken. Ze lieten diverse interventies los op verschillende teams. Wat bleek: er was geen knop die garant staat voor werkgeluk. Daarom is elk personeelslid nu zelf verantwoordelijk voor zijn of haar werkgeluk. En dat blijkt veel beter te werken.

2. Doe het samen
Werkgeluk is een gedeelde verantwoordelijkheid van medewerkers én de organisatie. Alleen als je er op die manier mee omgaat, werkt het. Het blijkt dat een aantal factoren gemeenschappelijk zijn als het gaat om werkgeluk. Dat zijn zingeving, voldoening en plezier en verbinding. Zingeving ervaar je als je het gevoel hebt dat je met je werk daadwerkelijk een bijdrage levert. Voldoening is het gevoel dat je voortgang boekt, dat je doet waar je goed in bent en dat je jezelf ontwikkelt.

Plezier en verbinding gaan over het sociale aspect van werken: je gewaardeerd voelen en een goede band hebben met collega’s. Zo vond ik het bij een van mijn werkgevers altijd heel waardevol om taart van een jarige collega samen op te eten en daarmee op een gezellige manier even stil te staan bij die persoon. Jaren later bleek die traditie te zijn verdwenen en stond de taart met een briefje erbij bij de koffieautomaat, en at iedereen zijn stukje achter het eigen bureau op. Een gemiste kans, als je het mij vraagt.

3. Maak het mogelijk
De organisatie moet werkgeluk faciliteren. Dat kan op vijf manieren: met de organisatiecultuur, de werkplek, het leiderschap, de employee journey en technologie. Cultuur en leiderschap zijn hiervan de meest bepalende factoren. Neem bijvoorbeeld de kernwaarden. De meeste organisaties hebben die wel: integriteit, kwaliteit, professionaliteit en ga zo maar door. Maar er is een verschil tussen deze kreten aan de muur hangen en ze daadwerkelijk in actie omzetten. De leiding heeft hierbij een voorbeeldrol te vervullen: niets is zo funest voor de beleving van de kernwaarden als het gedrag aan de top daar totaal niet mee strookt.
Bij het Amerikaanse bedrijf Zappos is de cultuur een van de belangrijkste zaken om werkgeluk te realiseren. Het zijn geen losse statements, maar samen bedachte uitspraken als ‘create fun and a little weirdness’ en ‘be adventurous, creative, and open-minded’. En doen ze eens iets geks, dan staat de CEO uiteraard vooraan.

4. Management maakt het verschil
‘Gelukkig zijn doen ze maar in hun vrije tijd’, heb ik managers weleens horen zeggen. Maar managers zijn voor 70% verantwoordelijk voor de variantie in engagement.
Zo zorgen slechte managers voor een lage bevlogenheid, terwijl goede managers juist kunnen bijdragen aan een hoge mate van bevlogenheid.
Tegenwoordig is de rol van manager in kennisintensieve organisaties veel meer die van facilitator en coach. Dienend leiderschap staat nu meer voorop in plaats van op basis van je machtspositie laten zien dat er maar één de baas is. Naast inhoudelijke gedrevenheid en een sterke focus op afgesproken resultaten, is er juist ook aandacht voor de persoon en voor de wijze waarop een team functioneert. Dat betekent vragen stellen, vertrouwen geven, het werk interessant maken en waardering tonen.

5. Stel werkgeluk centraal
Het is niet zo dat je, om het werkgeluk in je organisatie te vergroten, nu één ding kan doen en over een jaar weer iets anders. Het onderwerp moet centraal staan in de organisatie. Dat begint bij een missie en visie. Dat moeten geen vage kreten zijn, maar duidelijke boodschappen waarin geluk een plek heeft. Zo heeft de Deense bank Middelfart Sparekasse als missie dat ze werknemers zo behandelen dat zij elke dag met plezier naar hun werk komen en trots zijn op hun werkgever. Het ROC van Amsterdam wil een ‘superschool’ zijn met gelukkige medewerkers én studenten. Maak het simpel en vooral: handel ernaar.

6. Werkgeluk is geen sprint maar een marathon
Ik krijg van bedrijven weleens de vraag of ik een workshop werkgeluk wil komen geven. Dat is natuurlijk hartstikke mooi, maar werkgevers moeten niet denken dat het met één workshop is afgedaan. Werkgeluk is namelijk geen eenmalig project dat even in de belangstelling staat en daarna weer vergeten is. Er is geen snelle route naar werkgeluk.

7. Veranker werkgeluk in je organisatie
Zoals tandenpoetsen voor de meeste mensen een routine is waar ze niet meer over na hoeven te denken, zo kun je ook op je werk goede gewoontes oppakken die het werkgeluk vergroten. Als je bepaalde handelingen op vaste momenten uitvoert, worden ze een vast onderdeel van de werkdag en de cultuur. Zo besloten de werknemers van een chemiebedrijf dat ze behalve hun dagelijkse veiligheidscheck elke dag iets zouden doen aan het werkgeluk. Het staat bijvoorbeeld altijd op de agenda van teamvergaderingen en 1-op-1-gesprekken. ‘Safety first, happiness second’, is nu hun credo.

8. Verleiden of verplichten
Verandering realiseren in een organisatie is altijd moeilijk. Je kunt mensen niet verplichten: en nu moet je gelukkig zijn! Begin daarom daar waar de energie zit, waar mensen ervoor openstaan om met werkgeluk aan de gang te gaan. Dat merkten ze ook bij De Nederlandsche Bank: het enthousiasme wekte de aandacht van andere afdelingen en de interesse voor werkgeluk heeft zich als een virus verspreid over de organisatie.

9. Continue aandacht
Met werkgeluk is het net zoals naar de sportschool gaan: als je niets doet, gebeurt er niets. Je moet blijven werken om je conditie op peil te houden. Ik vind het handig om met het 1-2-3-tje ‘doel, gedrag, support’ te werken. Kies een doel waaraan je wilt werken. Dat kan bijvoorbeeld iets zijn dat uit een onderzoek naar medewerkerstevredenheid kwam. Het moet een doel zijn waar je zelf invloed op hebt, bijvoorbeeld: een positieve sfeer creëren. Kies vervolgens twee gedragingen die daarbij passen en die je wilt verankeren in de organisatie. Bijvoorbeeld: we praten alleen mét en niet óver elkaar. En: we spreken waardering naar elkaar uit tijdens het teamoverleg. Vervolgens kijk je op welk punt jullie hulp kunnen gebruiken. Een supportmechanisme zou bijvoorbeeld een training uitpreekcultuur kunnen zijn. Evalueer na drie of zes maanden waar je staat. Zijn er nieuwe doelen en gedragingen die je wilt benoemen? Besef dat het nooit af is.

10. Begin met waardering
Met deze tip kun je echt vandaag al beginnen: spreek vaker waardering uit naar je collega’s. Het gevoel van waardering hangt nauw samen met werkgeluk. Maar een bedrijfscultuur waar men laat blijken elkaar te waarderen, heeft vaak ook een goede sfeer, werknemers hebben meer plezier en kunnen zichzelf zijn en er is meer vertrouwen in het management.

Een leuk voorbeeld van waardering vond ik bij het bedrijf Alembo in Suriname. Het personeel had een actie bedacht om elkaar op Valentijnsdag extra waardering te geven: collega’s mochten gekleurde armbandjes aan elkaar uitdelen. Elke kleur stond voor iets anders, bijvoorbeeld ‘beste teamspeler’, ‘meest behulpzaam’, ‘hardst werkend’ of ‘meest vakkundig’. Aan het einde van de dag liep iedereen stralend rond. Fantastisch toch?